Station 1 - Nederlands

Station Galgen langs de Perlenbach

Parelschatten voor de heersers

Tot het jaar 1667 mocht iedereen in de Eifel op parels vissen. Toen besloot de kuurvorst Philipp Wilhelm Hertog van Jülich dat alleen de heersers het recht daartoe hadden en verbood het 'zoeken en vissen naar parels', dreigde met strenge straffen.

Eén maal per jaar werden, onder strenge bewaking door arbeiders van de vorst, duizenden schelpen met geweld open gebroken. De buit aan parels was nooit bijzonder groot. Maar over de laatste kuurvorstin werd wel geschreven dat 'de parels in haar juwelen door de omvang, fijnheid en witte kleur deden denken aan oosterse parelschatten'.

Alhoewel het verbod van het schelpen verzamelen van alle preekstoelen gepreekt werd, hield dat de onderdanen niet van het stropen af. Toen zelfs het bewaken van de wateren niet meer hielp, gaf het vorstenhuis in 1746 de toenmalige vestigingen Monschau en Heimbach de opdracht langs verschillende beken galgen op te stellen, als afschrikking voor de stropers. Hoeveel pareldieven hier stierven is niet bekend.

Hier een historische tekst uit 1934 van Ludwig Mathar uit 'Narzissen im Venn':

Nu mag ieder weer die lang ontzegde juwelen jagen Ach! het waren vroeger, toen de Fransen, de mannen van de revolutie, het land invielen, slechte tijden.

...

Van wie is het bos? Van ons! Voor wie is het wild? Voor ons! En de parels in de Schwalm? Voor ons! Alleen voor ons! Weg met de galgen langs de Bieley, in de beek ermee, schandpaal van de slavernij! Ook onze meisjes zouden de blauw-zwarte parels om hun zwanenhals kunnen mogen dragen!

Daarom storte zich alles wat een linnenschort aan had en een pet op had, voor zover ze op vrijersvoeten waren, voordat de laatste sneeuw op de helling gesmolten was naar de beek op zoek naar parels.

...

Hé! En dan ging men fris en vrolijk op zoek naar de parels. Geen galgen meer, geen boswachter hinderde er iemand aan. Tot aan hun buik in het ijskoude, aan de galgenheuvel voorbij stromende water. Ha! Bergen van schelpen! Ongestoord konden ze onder de galgen in het heldere, kalkvrije water , schelpen verzamelen.

...

Maar hoe inhaliger ze de schelpen eruit haalden, de één na de andere...er zat geen parel in! Toen verschenen, hoog boven de vallei uittorende Bieley, donkere wolken, of was het een schaduw, die vanuit de Venen naar beneden kwam? Sufferds, verblind door hebzucht, weten jullie dan niet wat de sage vertelt: Alleen voor die, die zuiver van hart zijn, opent zich de parel?