Station 7 - Nederlands

Station Stuwmeren

Merenlandschap door mensenhand geschapen

De in 1905 gebouwde Urftstuwdam was toendertijd de grootste stuwdam in Europa en een bouwkundig meesterwerk. Het, in het jaar 1959 voltooide, Roerstuwmeer, werd met haar 70 meter hoge stuwdam de hoogste Duitse damconstructie. Door een systeem van meerdere stuwdammen ontstond er in de Noordeifel tenslotte een kunstmatig merenlandschap, die sterke invloed heeft op de natuur van het Nationaal Park.

 

Temmen van de natuur

Het belangrijkste motief voor het bouwen van deze stuwmeren was controlle over het afvoeren van gedeeltelijk gevaarlijke watermassa's van de Eifelroer en zijn bijrivieren. De drinkwaterverzorging, het water voor de industrie en de stroomopwekking waren welkome bijwerkingen van het merenlandschap. De Kölnische Rundschau (krant) schreef: ‘Daarom had de afgelegen Eifel al elektriciteit terwijl in de grote steden nog de olielampjes op tafel stonden’.

 

Stuwmeren lokken nieuwe bezoekers aan

Het eerste stuwmeer was maar net gevuld toen niet alleen de eerste naar recreatie zoekende mensen in de Eifel kwamen. Het merenlandschap heeft zich sinds lange tijd tot een belangrijke winterverblijfplaats voor reigers, aalscholvers, ganzen, duikeenden, meerkoeten en futen ontwikkeld.

 

Stuwmeren voor en tegen

In een stuwmeer verandert de temperatuur en het zuurstofgehalte van het water, de rietzone is praktisch geheel verdwenen. De stuwmeren zijn onoverkomelijke obstakels voor trekkende vissoorten. Een reeks van dieren- en plantensoorten worder erdoor verdrongen.

Andere soorten profiteren weer van de grote watervlaktes van de stuwmeren; vooral die, die van het rijke aanbod aan vis profiteren of zich met insecten voeden die uit de larven in het water komen. Bovendien lokken de bijzonder warme oeverrotsen speciale gasten aan.

 

Aan de linker kant van dit station vindt u een tactiel model van een watervleermuis.

Hier komt u te weten welke diersoorten van stuwdammen profiteren of er meer nadeel van hebben. Druk gewoon op de beide knoppen. Die profiteren zijn:

• Watervleermuis

• Zwarte wouw

• Aalscholver

• Fuut

• Muurhagedis

 

Die eronder lijden zijn:

• Beekforel

• Rivierdonderpad

• Beekparelmossel

• Bosbeekjuffer